top of page
SELPoCAST
SbR Nadenker 8
00:00 / 10:24
Diversiteit en de vernieuw-reorganisatie

Wie in zijn reorganisatie tot dan gediscrimineerde groepen een inhaalslag wil gunnen, die zal het in sommige reorganisaties niet eenvoudig krijgen. Vaak gelden namelijk al volgorde-regels voor zittend personeel, bij kandidering, bij benoeming, of bij plaatsing. Wie daarenboven, een extra element van positieve discriminatie opneemt, wat ook dikwijls een volgorde-regel is, maakt de selectie vaak benoemingstechnisch onhanteerbaar. Je moet dus naar een praktischer, maar ook meer afdoend alternatief zoeken, dat ik hier voorstel: ondergerepresenteerde groepen aan de beoordelaarstafel graag! En geef zo, eventuele discriminerende mede-beoordelaars lik op stuk on the job. Zo pak je het probleem tenminste bij de wortel aan.

 

Wie een volgordelijst wil maken waarbij twee kenmerken gelden, die krijgt al met allerlei gruwelijke afrondingsperikelen te maken. Rariteiten van tienden achter de komma zijn schering en inslag, en het huidige afspiegelingsstelsel, waaraan een tweede kenmerk is toegevoegd om het eerlijker te maken, krijgt uiteindelijk te maken met onbegrijpelijke haarkloverijen over afrondingen. Wie met enorme grote groepen werkt, vindt zijn weg nog wel in het afspiegelprincipe. Inderdaad is het zo, dat dit principe is gemaakt in de tijd dat Nederland nog een land van massa-industrie was, en in elke denkbare cel van een ontslagvolgordetabel zoveel mensen vielen, dat je niet op één tiende persoon of zo, ingrijpende beslissingen hoefde te nemen, waar je wel mee te maken krijgt in kleinere groepen. Want wat is nu menselijk, fair, of eerlijk aan één tiende persoon? Weegt deze afrondingsheisa tegen het tweede volgordekenmerk op?

Wie zich dit realiseert, kan overzien, dat het toevoegen van nòg een volgordekenmerk, zoals gender, geslacht, herkomst, afkomst, of wat dan ook, aan het vigerende arrangement van twee volgordekenmerken, al gauw tot onuitvoerbaarheid leidt. Sommige CAOs hanteren nog steeds alleen het anciënniteitsprincipe, maar als je daar een tweede kenmerk van een achtergestelde groep aan toevoegt, kom je ook daar in beschreven afrondingsperikelen als groepen niet immens groot zijn. Laat staan dat je drie kenmerken moet hanteren.

 

bottom of page